Een eerste werkdag is altijd spannend. Maar de eerste dag voor een nieuwe klas, met leerlingen die je grenzen gaan testen, is ronduit angstaanjagend. Nerveus als ik was, heb ik de afgelopen nacht nauwelijks geslapen. Maar mij krijgen ze niet klein, ik zal ze meteen laten merken dat er met mij niet te sollen valt. Slappe ouders maken moeilijke kinderen en lieve leraren maken irritante leerlingen. Dat gaat mij niet overkomen. Ik kijk door het raam naar binnen en zie een chaotisch ogende ruimte vol met drukke leerlingen. Dit is het moment.

‘‘Goedemorgen studenten, zitten en mond dicht. Mijn naam is Remco de Vries. Voor jullie meneer of meneer de Vries. Dus geen meester, geen Remco en al helemaal geen meester Remco. Is dat duidelijk? Ja? Mooi!’’

De leerlingen gaan allemaal braaf zitten en kijken mij strak en stil aan. Deze entree werkte perfect. Ik heb het de afgelopen week eindeloos voor de spiegel geoefend, maar dat het er zo overtuigend en zelfverzekerd uit zou komen had ik niet durven dromen.

‘‘Bijgekomen van de zomervakantie? Fijn, ik ook. Ik voel mij enorm ontspannen en dat wil ik graag zo houden.’’ Ik neem een slok van mijn zwarte koffie en vervolg mijn toespraak.

‘‘Jullie ogen scherp. Volgens mij heb ik hier te maken met een partij pientere personen. Laten we beginnen met een rondje algemene kennis, om te testen of jullie echt zo slim zijn als jullie eruit zien. Hoeveel joden zijn er omgekomen tijdens de holocaust?’’

De klas kijkt mij verbaasd aan. Niemand steekt zijn vinger op.

‘‘Ja, jij daar. Wat is jouw naam?’’

‘‘Ik heet Pieter, meneer.’’

‘‘Pietermeneer? Wat een rare naam’’ zeg ik spottend. Ik besluit om hem het komende schooljaar zo te blijven noemen. ‘‘Weet je het antwoord?’’

‘‘Nee, meneer’’.

‘‘Doe een gok.’’

‘‘100.000’’ zegt Pieter vertwijfeld.

‘‘100.000? Je zit er mijlenver naast, Pietermeneer! Zes miljoen is het antwoord, een 6 met 6 nullen. Volgens mij hebben jullie geen kaas gegeten van de Tweede Wereldoorlog. Maar dat geeft niks, want ik heb wat leuks meegenomen: een 780 minuten durende DVD-box over de Tweede Wereldoorlog, geheel in kleur en HD. Laten we die gezamenlijk bekijken, dan praten we daarna verder.’’

In de hoek van het lokaal staat een televisie met ingebouwde DVD-speler midden op een meubel op wieltjes. Ik inspecteer de televisie nauwkeurig en kom er tot mijn grote verbazing achter dat deze niet HD-compatibel is. Op wat voor armoedige school ben ik beland? Maar goed, dit mag de pret niet drukken. Ik rijd het tv-meubel naar een centrale plek voorin de klas, zodat iedereen het goed kan zien.

‘‘Let’s go!’’ roep ik enthousiast, terwijl ik nog even de juiste ondertiteling instel om vervolgens op ‘play’ te drukken. Na ongeveer drie uur, op het moment dat Frankrijk op het punt staat om op slinkse wijze ingenomen te worden door de nazi’s, wordt de stilte in de klas doorbroken door een leerling links van mij.

‘‘We hebben pauze’’ zegt een jongen wiens naam ik nog niet ken.

‘‘Meneer!’’ reageer ik.

‘‘We hebben pauze, meneer’’

‘‘Hoe heet jij?’’

‘‘Ace, meneer.’’

‘‘Hippe naam. Maar prima, pak jullie brood er maar bij.’’

‘‘Gaan we wel zingen, meneer?’’ hoor ik een meisje zachtjes vragen.

‘‘Zingen? Doen jullie dat hier? Vraag ik knorrig. ‘‘Nou, vooruit. Ga maar zingen dan.’’

Klassikaal klinkt het uit volle borst: ‘‘Smakelijk eten, smakelijk drinken, hap-hap-hap, slok-slok-slok...’’

Ik had niet verwacht dat lesgeven aan groep 2 zo vermoeiend zou zijn. Dit gaat een lang jaar worden.

Vorige
Vorige

Volgende
Volgende